   
   

Lateralisatie
In de ontwikkeling van een kind
ontstaat er een goede samenwerking tussen de linker- en de
rechterhersenhelft, dat noemen we lateralisatie. Voor de lateralisatie
zit de symmetrische fase (een fase waarbij de linker- en de rechterkant
hetzelfde doet). Het lateralisatie- proces is voor de ontwikkeling van
een werk- en steunhand. en voor het maken van gekruiste en gelijktijdige
bewegingen.
Voor de leeftijd van
ongeveer zes jaar hanteert het kind beide handen en voeten doorgaans
evenwaardig. De bewegingen zijn elkaars spiegelbeeld. Het kind heeft nog
geen besef van links en rechts. Vanaf zes jaar treedt de lateralisatie
in: er ontwikkelt zich samenwerking tussen beide handen met een zekere
"taakverdeling"; de ene hand voert uit, de andere assisteert. De
voorkeurhand/-voet gaat steeds meer de handeling uitvoeren. Na de
lateralisatie is de rechter- of linkerdominantie duidelijk.
Het lateralisatie- proces moet goed doorlopen worden, omdat dit een
voorwaarde is voor de verfijning van de motoriek, wat van belang is voor
het schrijven. Maar ook helpt in de ontwikkeling van de ruimtelijke
oriëntatie. |
|